Carménère

De carménère druif kennen de meeste mensen uit Chili. De oorsprong van deze druif ligt echter in Frankrijk en is een oude variëteit uit de Gironde. Helaas is deze druif sinds 1870, tijdens de uitbraak van Phylloxera, bijna volledig verdwenen in dit land en is er nog maar zo'n 21 hectare overgebleven. Met iets meer dan 7.000 hectare verbouwt men In Chili  momenteel de meeste carménère.

Kenmerken

De carménère druif is een zeer krachtige groeier die een lage opbrengst van kleine trossen druiven met een diepe blauwe kleur heeft. Deze druif rijpt een stuk later dan bijvoorbeeld de Merlot. Dit kan wel zo'n 4 à 5 weken later zijn.

De belangrijkste kenmerken van de carménère hangt nauw samen met wanneer deze geoogst wordt. Wanneer de druiven vlak voor hun rijpheid geoogst worden ontdekken we een sterk aroma van pepers en paprika, terwijl je tonen van tomaat en zwarte peper juist tegen komt als ze net rijp zijn. Bij overrijpe druiven komen duidelijk de chocolade- en zwart fruit tonen naar boven. Het nadeel daarvan is alleen dat de zuurgraad ook een stuk lager wordt.