Een zomerse dag
Wie rosé zegt, denkt vaak aan een lichtroze glas op een zomerse dag. Maar rosé is veel meer dan dat ene beeld van een zalmkleurige dorstlesser op het terras. Achter die roze gloed gaat een verrassend breed palet schuil aan stijlen, smaken en kleuren. Rosé is geen bijzaak meer in de wijnwereld; het is een volwassen categorie met karakter, diversiteit en diepgang. Tijd om dieper in het glas te kijken.
Hoe langer dat contact, hoe intenser de kleur – én vaak ook de smaak
De kleur van rosé loopt uiteen van bijna wit met een roze zweem tot dieproze of zelfs framboosrood. Dat kleurverschil zegt vaak al iets over de stijl van de wijn. Een bleke Provence-rosé is doorgaans licht, droog en verfijnd, terwijl een donkerroze Spaanse rosado vaak fruitiger en krachtiger is. Die kleur wordt bepaald door hoe lang het sap van de blauwe druiven in contact blijft met de schillen. Hoe langer dat contact, hoe intenser de kleur – én vaak ook de smaak.
Iconische Provence-stijl
Rosé wordt over de hele wereld gemaakt, maar enkele regio’s springen eruit. In Zuid-Frankrijk vind je de iconische Provence-stijl: bleekroze, fris, met tonen van aardbei, citrus en witte bloemen. In Spanje geeft men de voorkeur aan rosado’s met meer body en diepgang, vaak gemaakt van tempranillo of garnacha. Italië biedt dan weer elegant koperkleurige rosato’s, zoals Chiaretto uit de regio rond het Gardameer. En in Zuid-Afrika of Californië zie je dan weer krachtige, expressieve rosés op basis van syrah of zinfandel.
Combineren met eten
Wat veel mensen verrast, is hoe goed rosé zich laat combineren met eten. Een lichte, droge rosé past perfect bij gerechten als salade niçoise, gegrilde vis of mediterrane groentegerechten. Kies je voor een donkerdere, fruitigere rosé, dan kun je gerust de barbecue aansteken of een kruidige curry op tafel zetten. Zelfs mousserende rosé – denk aan rosé champagne of een vrolijke pét-nat – is een geweldige partner voor sushi, oesters of een feestelijke brunch.