Beaune is het hart van de Bourgogne. Niet alleen als historisch wijncentrum, maar vooral als plek waar de stijl van de Côte de Beaune het mooist samenkomt: finesse, energie en een elegante structuur. De stad is omringd door wijngaarden die tegen de hellingen omhoog lopen. Bovenaan kalk en spanning, lager wat meer klei en ronding. Die variatie maakt Beaune veelzijdig en interessant.
In de rode wijnen proef je vooral Pinot Noir met rood fruit, zachte tannines en een subtiel kruidige toon. Ze zijn vaak toegankelijker dan de beroemde buren Pommard en Volnay, maar kunnen met wat flesrijping verrassend diep en complex worden. Het zijn wijnen die je moeiteloos kunt drinken aan tafel, zonder dat ze het gerecht overheersen.
Beaune heeft veel Premier Cru-wijngaarden. Perceel en ligging bepalen echt het profiel. Zuid- en zuidwest-hellingen geven rijp en open fruit, hoger in de heuvel komt meer nervositeit en spanning naar voren. Witte Beaune bestaat ook en laat een stijl zien die tussen Meursault en Savigny in hangt: fris, verfijnd en licht romig.
Wat Beaune opvallend maakt, is dat de prijzen hier vaak vriendelijker zijn dan in Puligny, Chassagne, Meursault of Vosne. Dat maakt Beaune misschien wel het meest interessante gebied voor liefhebbers die Bourgogne zoeken met karakter, finesse en drinkplezier.