Bacchus, god van de laveloosheid
Misschien heb je de naam ‘Bacchus’ wel eens gezien, dat zal dan vast iets met wijn te maken hebben gehad. Bacchus is immers in de Romeinse godsdienst de god van de wijn en de daarop volgende roes en dronkenschap. Bacchus wordt vaak naakt of halfnaakt afgebeeld met een krans van wingerdbladeren (wijngaardloof) om zijn hoofd. De Grieken kennen hem ook, maar dan onder de naam Dionysos. Behalve een god is Bacchus ook een witte druivensoort. De roots van deze druif liggen in Duitsland en de naam is ontleend aan die van de Romeinse god. In 1933 werd de druif ontwikkeld door kweker Peter Morio. Het is een kruising van Riesling, Silvaner en Müller-thurgau. In 1972 werd de Bacchusdruif officieel geclassificeerd. Wijnen van deze aromatische druif kenmerken zich door zachtheid, veel bloemige tonen en gras. Echt een zonnig wijntje. In Duitsland vind je de wijnstokken voornamelijk in Rheinhessen, Franken, Nahe en Pfalz. Het is een relatief nieuwe druivenvariëteit en bij veel mensen nog onbekend. Bacchus is redelijk makkelijk om te verbouwen, heeft een laag zuurgehalte, een vrij hoog suikergehalte en is vroegrijp. Lekker makkelijk dus voor koelere wijnlanden zoals Duitsland, Engeland en Nederland! Zo wordt Bacchus bijvoorbeeld ook verbouwd hier in het Gooi bij Wijngaard Zonnestraal, vlakbij het vliegveld van Hilversum. In april gaan we zelf op wijnreis naar Rheinhessen. Wie weet komen we wel met een flesje Bacchus thuis!
Home > Wijnadvies > Wijnadvies blog > Bacchus, god van de laveloosheid