Bekende blauwe druivenrassen en hun eigenschappen

Pinot Noir

Jonge Pinot Noir wijnen staan bekend om hun fruitige parfum van frambozen, aardbeien en kersen. De schil van de druif is dun en daarom heeft de wijn vaak zachte, lichte tannines en is de kleur over het algemeen licht van kleur. Als een Pinot Noir wat ouder is, komen groente aroma's om de hoek kijken met wat typische boerderijgeuren. Voor de één is dat een afknapper, terwijl de ander de ontwikkeling van die aroma's toejuicht.

Cabernet Sauvignon

De wijnen van Cabernet Sauvignon zijn vol van smaak, hoog in de zuren en vol tannine. Ze ontwikkelen zich mooi wanneer ze op het vat liggen en kunnen zich nog verder ontwikkelen in de fles. De klassieke smaak is die van zwarte bes en in koelere regio's komt daar Spaanse groene peper, munt en cederhout bij. Naar mate het klimaat warmer wordt, gaat de smaak naar zwarte kers en zwarte bessenjam.

Merlot

Het druivenras Merlot wordt vaak gebruikt in blends, zoals in Bordeaux met Cabernet Sauvignon. Als druif alleen geeft het zachte, makkelijke wijnen met zachte tannines. Bij een late oogst krijg je de beste, intense paarse kleur met aroma's van bramen en pruim. Bij een vroegere oogst liggen de zuren hoger en krijgt de wijn een frisser, fruitig karakter van frambozen en rijpe aardbeien.

Syrah (Shiraz)

Diep in kleur en aroma's van zwart fruit en kruiden. Deze druif rijpt niet in koelere klimaten. Uit een gemiddeld klimaat komen wijnen die veel tannine hebben met smaken van zwarte bes, zwarte peper en soms ook wat munt. In warme klimaten zijn de wijnen voller met zachte tannine en aardse, leerachtige aroma's met een hint van drop en anijs. Over het algemeen is het zo dat wanneer de wijn gelabeld is als 'Syrah', de wijn wat eleganter is dan wanneer er 'Shiraz' op het label staan. Die zijn vaak fruitiger en voller. Syrah staat vooral bij Franse wijnen op het etiket, Shiraz wordt vaak gebruikt in andere landen waar de druif groeit zoals Australië.

Tempranillo

De leider onder de Spaanse druivensoorten: Tempranillo. De druif verschijnt onder verschillende namen: Ull de Llebre, Cencibel en Tinto del País. In Portugal kennen ze het druivenras ook wel als Tinta Roriz en Aragonez. Tempranillo speelt een grote rol in de beste Rioja wijnen en in de Ribera del Duero. Omdat de druif nog wel eens wat kenmerkende aroma's kan missen, worden de wijnen vaak geblend. Typische smaken zijn rijpe aardbeien of pruimen.