Een veelgestelde vraag, met een verrassend antwoord
Prosecco – het vrolijk bruisende glas bij feestjes, borrels en zonnige terrassen – is bij velen geliefd. Maar wist je dat Prosecco níét van een druif met dezelfde naam wordt gemaakt? Het klinkt misschien logisch, maar de werkelijkheid is nét iets ingewikkelder. Hoog tijd om deze bubbel onder de loep te nemen.
Van Prosecco naar Glera
Tot 2009 werd de druif waarmee Prosecco gemaakt wordt inderdaad vaak Prosecco genoemd. Maar met de groeiende internationale populariteit van deze mousserende wijn vonden de Italiaanse wijnautoriteiten het tijd voor duidelijkheid en bescherming. Ze wilden de naam Prosecco beschermen als een herkomstbenaming – vergelijkbaar met Champagne of Chianti.
De oplossing? De druif kreeg haar oorspronkelijke, historische naam terug: Glera. Zo werd Prosecco voortaan uitsluitend de naam van de wijn én het gebied waar die vandaan komt, en niet meer van de druif zelf.
Wat is Prosecco dan precies?
Prosecco is een mousserende wijn afkomstig uit het noordoosten van Italië, voornamelijk uit de regio’s Veneto en Friuli-Venezia Giulia. De belangrijkste productiegebieden zijn Prosecco DOC en de meer prestigieuze Prosecco Superiore DOCG uit Conegliano-Valdobbiadene.
Om de naam Prosecco te mogen dragen, moet een wijn:
-
Voor minstens 85% uit Glera bestaan
-
Geproduceerd worden in het aangewezen gebied
-
Voldoen aan strikte kwaliteitsregels, o.a. qua vinificatie en alcoholpercentage
Waarom is Prosecco zo anders dan Champagne?
De meeste Prosecco’s worden gemaakt volgens de zogenaamde tankmethode (Charmat-methode). Hierbij vindt de tweede gisting – die de bubbels veroorzaakt – plaats in een afgesloten tank in plaats van in de fles. Dit levert frisse, fruitige bubbels op met een toegankelijke stijl, vaak met aroma’s van peer, appel, perzik en witte bloemen.
Champagne daarentegen ondergaat de tweede gisting op fles (de méthode traditionnelle), wat zorgt voor meer briochetonen, complexiteit en rijping.