Nebbiolo

Nebbiolo vindt zijn oorsprong in het noorden van Italië: de Piëmonte. In het gebied rondom de stadjes Alba en Asti liggen wijngaarden aangeplant vol met Nebbiolo. De naam komt van een Italiaanse woord “nebbia”: mist, en duidt op de ochtendmist, typisch voor de Piëmonte. 

Barolo en Barbaresco

Net als de Fransen zijn de Italianen meestal niet dol op het vernoemen van de druivensoort en daarom herken je het woord Nebbiolo misschien niet, maar de twee grootste wijnen van die druif wel: Barolo en Barbaresco. Deze twee wijnen zijn strict genomen twee piepkleine gebiedjes, binnenin de Piëmonte. Elk hebben ze hun eigen bescherme herkomstbenaming, en wel de hoogste van Italië: DOCG. Wijnen die gemaakt worden binnen de grenzen van de DOCG Barolo en zich aan alle andere regels hebben gehouden, mogen dus de naam Barolo dragen. De twee gebiedjes liggen zo’n 8 kilometer van elkaar vandaan en daarom is het zéér lastig te zeggen welke van de twee nou de “beste” is. 

Pinot Noir

Pinot Noir, dat zo’n 500 kilometer ten noordwesten van de Piëmonte in de Bourgogne wordt gebruikt, heeft een hele dunne schil en is daardoor enorm delicaat en subtiel in haar aroma’s en smaken. De enige druif die wat dat betreft de competitie aan durft te gaan, is Nebbiolo. Net als Pinot een druif met een dunne schil. Kan niet zo goed tegen temperatuurswisselingen en behoeft uiterste aandacht van de wijnmaker. Kan redelijk goed tegen rot, maar wanneer Nebbiolo niet in de watten is gelegd, is de wijn die ervan komt vaak ruw en hard.

Nebbiolo heeft van zichzelf een zeer hoog tanninegehalte, ondanks de dunne schil. De wijnen kunnen veel bitters hebben, harde, straffe tannines en weinig fruit. Tenzij je Nebbiolo goed behandelt…

Karakter 

Goed gemaakte Barolo en Barbaresco ruikt typisch naar zwarte thee, teer en viooltjes. Rozenblaadjes, kersen, verse frambozen. Wanneer het wat ouder is komt er een typisch vlezige toon bij, uitgebakken bacon is een aardige omschrijving. Het zijn wijnen door de hoge tannines en vaak hoog in alcohol die uitstekend kunnen ouderen. Topbarolo uit een topjaar kan met gemak 20 tot 25 jaar oud worden. Wijnen die uitblinken in elegantie en zuiverheid, maar waar een kracht van jewelste achter zit. Perfect met winterse stoofgerechten, hert en reerug, maar an sich eigenlijk al een maaltijd. Doordat Nebbiolo vaak lage opbrengsten heeft, zijn de wijnen nooit goedkoop. 

Voor de kenners: er is een verschil in smaak tussen Barolo en Barbaresco: Barbaresco ligt iets lager in de heuvels en heeft daardoor meer kalk en mergel in de grond, waardoor de wijnen een tikkeltje eleganter en toegankelijker zijn. Barolo is krachtiger. Het is een nuance, maar wel een merkbare.